De oude indrukwekkende essen hebben hun bladeren afgeschud en staan naakt te dromen op het ruïneterrein. Sommigen worden liefkozend omarmd en warm gehouden door de oude klimopranken; als vuistdikke lianen slingeren ze zich, voor eeuwig verbonden, rond de machtige stam en vertellen elkaar de oude verhalen van weleer. De gebeeldhouwde taxussen gaan al eeuwenlang gebukt onder de bewogen geschiedenis van het oude kasteel en lijken onverschillig aan de huidige roerige tijd die ze waarschijnlijk net zo gemakkelijk van zich af zullen schudden. Ongenaakbaar gaan ze ons lang overleven en zullen ze de vele geheimen van Bleijenbeek in hun knoestige takken bewaren.
Het Groot hoefblad heeft zijn kop in het zand gestoken en lijkt van de aardbodem verdwenen. Zij maakt zich ondergronds gereed om binnenkort in het vroege voorjaar al bloeiend uit de donkere aarde te komen en de eerste hommelkoninginnen van nectar te voorzien. In de koele, klamme kelders zijn de vleermuizen erg diep weggekropen in de vele spleten; de wilde bijtjes en vlinders hangen als versteend aan het plafond wachtend op de biologische klok die hen wederom zal wekken om weer actief mee te doen aan wat we noemen de kringloop van het bestaan. Jager en prooi gezamenlijk in de winterslaap; het is vrede in de donkere kelders van het oude huis.
Rondkijkend vanuit de toren zie ik in gedachten heel even de drukte in een ver verleden; dampende paarden op het binnenterrein van de voorburcht, lachende soldaten die onder leiding van Maarten weer de nodige buit hebben veroverd. Brandschattend trekken ze rond in het land van Cuijk en daarbuiten om de zogenaamde maandelijkse “vrijwillige” bijdrage aan Bleijenbeek op te halen. Ze gingen door het vuur voor Maarten die zijn mannen altijd liet meedelen in de “buit”. Hij hanteerde echter wel een ijzeren discipline om ze in het gareel te houden.
Inmiddels is er in Brussel weer nieuwe correspondentie van Maarten opgedoken; zeldzame, door hem ondertekende brieven die een nog duidelijker beeld geven van deze bijzondere man die vanuit het kleine Afferden een zeer grote invloed op de loop van de geschiedenis had. Overal kom je hem tegen: in Friesland, Groningen tot ver over de Duitse grenzen. De geschiedenis zou opnieuw geschreven moeten worden maar ditmaal objectief. Je kunt de 80-jarige oorlog niet verhalen zonder de man die hier een grote stempel op heeft gezet!
Jammer is, dat na Maartens roerige periode, Bleijenbeek een beetje wordt onderbelicht. Onterecht natuurlijk, want ook na Maarten zijn nog veel geslachten Schenck hier heer en meester geweest. Arnold Schenck was overigens de laatste van dit roemrijke geslacht. Na zijn opzienbare scheiding van de oplichtster Maria Dausque trouwde hij vele jaren later met Maria Catharina, markiezin van Hoensbroech. Na de tragische dood van hun zoontje Christoffel (1696-1703) stierf Arnold enkele jaren later, kinderloos. In 1709 ging Bleijenbeek en alle andere eigendommen over in handen van de bekende Limburgse familie van Hoensbroeck. Deze familie bleef hier wonen tot ongeveer 1845 maar vertrok toen naar Schloss Haag in Gelre.
Enkele weken geleden ontvingen Ton en ik het droevige bericht dat onze goede vriend Victor Groetelaars, de laatste “Heer van Bleijenbeek” was overleden. Victor is hier in 1936 geboren en was de jongste telg van de 7 kinderen Groetelaars. Hij kon smakelijk vertellen over zijn jeugd in het kasteel en kijkend naar de vele foto’s die hij ons gaf krijgen we een blik op een gelukkig leven in en rond het kasteel.
Tot januari 1945 verbleef de familie in het kasteel. Dit was het moment dat de hier gestationeerde Duitse soldaten hen zeiden dat ze moesten vertrekken omdat het te gevaarlijk werd. Huilend aan de poort, vertelde hij, hebben we van elkaar afscheid genomen. Beiden beseften dat ze een onzekere toekomst tegemoet gingen.
Bleijenbeek heeft altijd aan de Groetelaartjes getrokken; de band tussen hen en het kasteel was heel erg sterk.
Uiteindelijk weer verenigd met z’n broers en zussen zijn ze boven mooie herinneringen aan het ophalen over hun geliefde Bleijenbeek. Wie weet krijgen we via het oude huis er wat van mee. Wie weet?
Terwijl ik de poort achter me dicht doe zie en hoor ik de gakkende ganzen boven op de rechter toren. Ze lopen de ganse tijd heen en weer te paraderen alsof ze de hoofdrol hebben in het Zwanenmeer van Tsjaikovski. Zal niet lang meer duren voordat ook zij verdwijnen en het echt stil wordt.
Henk Hendriks

- - Blik op Bleijenbeek – dec 2022
- - Blik op Bleijenbeek – juli 2022
- - Blik op Bleijenbeek – november 2021
- - Blik op Bleijenbeek – juli 2021
- - Blik op Bleijenbeek – februari 2021
- - Blik op Bleijenbeek – december 2020
- - Blik op Bleijenbeek – juni 2020
- - Blik op Bleijenbeek – februari 2020
- - Blik op Bleijenbeek – juni 2019
- - Blik op Bleijenbeek – maart 2018
- - Blik op Bleijenbeek – juli 2017