Een bizonder bleie vondst”

Herfstregens teisteren Bleijenbeek, maar de trotse dame blijft onbewogen. Ze kust vluchtig onze seizoenen en bemint elk jaargetijde als een schuwe minnaar. De donkere toren strekt zich uit naar de hemel en voelt z’n oude krachten terugkeren. Eeuwenlang heeft ze uitgekeken over het dorp en zijn bewoners, hen bescherming en veiligheid geboden. Kijkend naar haar roerige verleden was het trotse huis gewapend met een mantel dat niets haar meer kon raken. Totdat op 21 februari 1945 om 17.45 uur de grijsgrauwe hemel zich opende en het robuuste kasteel in een inferno van vuur veranderde. De dame was recht in het hart getroffen, haar onschuld geschonden. Toch liet haar ziel zich niet weg branden! Ze gaf niet op, na 70 jaar krabbelt ze met de nodige “mantelzorg” langzaam overeind.
Ook de nieuwe pachter (het Limburgs Landschap) neemt haar verantwoordelijkheid en besteedt de nodige aandacht aan het kasteel. Afgelopen zomer zijn vele kleine aanpassingen/verbeteringen aangebracht, soms niet even zichtbaar, maar wel belangrijk. Binnenkort komt er een “mergeldokter” de oude beschadigde blokken vervangen waaronder het aangetaste schietgat links bij de ingang. Een zeer precies werkje wat de nodige vakmanschap vereist. Deze mergelgedeelten behoren tot de oudste fragmenten van Bleijenbeek, ooit aangevoerd via de Maas en de Eckeltsebeek. Bakstenen werden vaak ter plaatse gebakken en misschien zitten er ook nog wel stenen bij van het oude roofslot aan de Maas, wat destijds door de legers van de graaf van Gelre en de hertog van Kleve met de grond gelijk gemaakt is. Door het vele verbouwen en aanpassen zie je verschillende soorten en maten steen die in het kasteel verwerkt zijn. Elke steen vertelt haar eigen verhaal, maar de oude “moppen” in de kelders fluisteren wel de meest belangrijke en spannende episodes. Op het moment dat ik de trap afdaal voel ik het verlangen naar de donkere tijden van weleer; liefdevol nemen de smaragdgroen beschimmelde muren me mee en mag ik soms even proeven van de oude woelige bleijenbeekse geschiedenis.
Onlangs lag er op de brugmuur een vreemde ijzeren “buis”. De buis deed mij denken aan een loop van een geschut gezien bepaalde uitsteeksels. Er is meteen een foto gemaakt van het voorwerp en verstuurd naar de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Deze instantie kwam al snel tot de conclusie dat het niet zomaar een buis was maar een middeleeuwse haakbus, de voorloper van het musketgeweer. Voor ons een spectaculaire vondst! Mede onder druk van de provincie werd besloten het voorwerp veilig te stellen. Het wordt nu deskundig schoongemaakt en geconserveerd. Hoe en wanneer de haakbus in de gracht is beland blijft gissen maar het zou aannemelijk zijn dat dit gebeurd is rond 1579 (belegering Bleijenbeek door de Staatse troepen) of 1589 (belegering door Spaanse troepen).
Voorafgaand aan de restauratie is er aan weerszijden van de brug flink gebaggerd. Behalve een groot aantal mooie intacte stenen moet ook deze haakbus op de kant zijn gegooid. Het vreemde is echter dat het uitgespreide puin door onze werkgroep tweemaal is gefilterd en onderzocht, hetgeen heel secuur is gebeurd. Niets gevonden! De buis moet er dus later neergelegd zijn! De grote vraag is nu: door wie? Gelukkig heeft deze persoon aangevoeld hoe belangrijk deze “buis” was en hem op een duidelijke plek gelegd waar wij het zeker zouden vinden. Daar zijn we hem of haar dankbaar voor!
Inmiddels is de nieuwe poort geplaatst! Ambachtelijk vervaardigd van cortenstaal, een “staaltje” vakmanschap. De poort geeft toch weer meer zekerheid zodat ongewenste bezoekers niet gemakkelijk het terrein op kunnen komen. Er valt helemaal niets te halen maar wel te vernielen! Natuurlijk beseft men dat, historisch gezien, hier nooit een poort heeft gestaan. In de vroegste geschiedenis had je een ophaalbrug, maar in de latere gloriedagen kwam je binnen door het poortgebouw dat als het ware een tunnel vormde. Je kwam dan op het grote binnenterrein omringd door de boerderijen en stallen van het kasteel. Tegenwoordig duidelijk te zien door de aarden wallen die exact op de vroegere fundamenten zijn gesitueerd. De binnenplaats zijn de grote grindgedeeltes links en rechts van de oprit naar de ingang van het kasteel. Op oude foto’s zien we duidelijk hoe het er vroeger uit zag. Dan denk ik vooral aan de foto waarop veel Nederlandse soldaten staan die hier fourageerden tijdens de mobilisatie van 1914-1918, de eerste wereldoorlog. Wijlen Victor Groetelaars vertelde me dat hij het beklinkerde hoofdpad ooit op z’n knietjes heeft geschrobd vanwege een huwelijksvoltrekking. En daar zitten wat klinkers in!
Nu gaat het kasteel weer langzaam richting winter. In deze periode is er weinig activiteit, de kelders gaan op slot en worden nu bewoond door vleermuizen, vlinders, bijtjes, amfibieën enzovoort. Zij gaan in een langdurige rust en bereiden zich voor op een spetterend voorjaar waarin de gehele cyclus opnieuw begint. Ook de werkgroep Bleijenbeek neemt hier een goed voorbeeld aan. Henk en Henk, Bert en Et, Wim, Geert, Theo en Theo, Cor, Piet en Toos, Ton, Piet, Leo en René laten Bleijenbeek voorlopig met rust om straks in de lente weer uitgerust te starten met de vele werkzaamheden. Sommigen van deze groep zijn ook lid van de “werkgroep Uitkijktoren” en gebruiken de winterperiode om de vele hectaren heide rond de toren vrij te houden van opschot.
Ja, deze Offerse minse zijn goed bezig! De eerlijkheid gebied me om te zeggen dat er in Offere een heleboel enthousiaste mensen zijn die zich belangeloos inzetten op allerlei gebied. Denk bijvoorbeeld aan die vriendinnen die elke keer als ze gaan wandelen het zwerfafval meenemen of de vele vrijwilligers van Béjèn. Eigenlijk zijn het er teveel om op te noemen, want als ik hier alle actieve vrijwilligers ga memoreren heb ik nog een paar pagina’s extra nodig!
Als dorp mogen we best trots zijn op al deze stille krachten die toch elke keer doen wat Afferden mooi en leefbaar houdt. Misschien moet ik Maarten eens vragen of hij jullie allemaal tot ridder van Bleijenbeek wil slaan!


Tot een volgend blik… en blijf gezond!

Henk Hendriks