Sinds de Franse tijd worden door de gemeente voor de handhaving van de openbare orde veldwachters aangesteld. In de 19e eeuw in de gemeente Bergen in elk kerkdorp één. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gemeenteveldwachters en rijksveldwachters waarbij de eerste alleen binnen de eigen gemeente bevoegd is. Na de Tweede Wereldoorlog is deze taak overgenomen door de rijkspolitie.

Rond 1922 wordt Anton Schram, geboren in 1892, uit Aalsmeer aangesteld als rijksveldwachter in Afferden. Hij woont met zijn gezin “voorbij het spuithuisje”. Zo wordt dit beschreven in een boek over diens zoon Henk die priester is geworden. Dit huisje (waarin materiaal voor brandbestrijding is opgeslagen) staat in die tijd op de hoek schuin tegenover de Mariakapel. Het gezin Schram woont waarschijnlijk in de woning aan de Langstraat waar later de familie Van Gellecom woont. Hier bevindt zich namelijk ook het “kietje”, “waarin lastige dronkaards ter ontnuchtering werden opgesloten”. Dat er in die tijd ook al sprake is van geweld tegen overheidsdienaren toont een krantenartikel uit 1926. Als veldwachter Schram constateert dat het café van W. zich niet aan het sluitingsuur houdt, loopt het uit de hand: “Th. W. bovendien sloeg den beambte met een harden aardkluit op het hoofd. De rijksveldwachter heeft toen ter waarschuwing schoten in de lucht gelost”.

Vele jaren eerder is dan Gerardus Molmans, geboren in 1865 te Boxmeer, in 1895 benoemd tot veldwachter der gemeente in Heijen. Blijkbaar wordt hij later overgeplaatst naar Afferden waar hem in 1928 eervol ontslag wordt verleend. In datzelfde jaar vertrekt ook rijksveldwachter Schram (naar Vijlen). Deze wordt opgevolgd door H. Dellevoet die tot 1939 in dienst is. Ook wordt in 1928 H. Basten uit Venray tot gemeenteveldwachter te Afferden benoemd.