Het ontstaan van Afferden is nauw verbonden met de aanwezigheid van de Maas. Deze kent vele gezichten en niet altijd is het een rustig kabbelende rivier.
Voordat de dijk met de Rijksweg (nu N271) in de jaren ’30 van de vorige eeuw werd aangelegd, was de overlast bij hoog water groot. Het dorp lag toen meer “aan de Maas” dan nu en huizen in de buurt van de kerk waren met hun voorzijde naar de Maas gekeerd. Daarna heeft het dorp de Maas bij wijze van spreken de rug toegekeerd. Het bekende café Maaszicht verdween jammerlijk en het zicht op de Maas ging in de loop van de jaren door begroeiing grotendeels verloren.

Jaren geleden werd in een onderzoek betoogd dat de regio meer moest inzetten op toerisme in het algemeen en de Maas als trekpleister in het bijzonder. Er was sprake van het creëren van zicht op de Maas door middel van doorkijkjes vanaf de Rijksweg. In het kader van de dijkversteviging van enkele jaren geleden is de begroeiing verwijderd en het zicht op de Maas daadwerkelijk verwezenlijkt. Maar de dreiging van de Maas is gebleven. Nog maar een jaar geleden beleefden we de overlast van hoog water in de zomer. Hoe dat vroeger was, lezen we hieronder.
Van 1992 tot 1999 publiceerde Jozef Donker “Historische Notities” op de toenmalige Kabelkrant Bergen. Dit schreef hij destijds in een notitie over de Maas.
De brede stroom der Maas
In het Limburgs volkslied zingen we over de brede stroom der Maas, die statig zeewaarts vloeit, en het weelderig sappig veldgewas, dat kostelijk groeit en bloeit. In de praktijk roept dit water niet altijd zo’n idyllische beelden op. De Maas is hier een waardevol onderdeel van het landschap maar er is ook een keerzijde. In deze gemeente, van zuid tot noord begrensd door de Maas, kennen de inwoners ook de overlast en het ongerief van deze rivier.
Overstromingen
Hoogwater is in de wintermaanden geen zeldzaamheid. Als dit dan beperkt blijft tot de uiterwaarden veroorzaakt dit nauwelijks problemen. In een aantal jaren zijn er wel problemen geweest. Als hoogtepunt van de overlast hebben we lang 1926 genoemd. Door de daarop gevolgde kanalisatie van de Maas zou de kans van herhaling van het gebeuren in 1926 vrijwel zijn uitgesloten. Deze illusie is weggenomen door de overstromingen van februari 1984 en de watersnoodrampen van Kerstmis 1993 en einde januari 1995. Meestal kwamen de overstromingen in de wintermaanden. Ook in de maanden juli van de jaren 1795, 1879 en 1980 is dit het geval geweest. Dit gebeuren in de zomer leidde tot veel schade.Watersnood van 1880
De overstroming van de Maas in 1880 was de grootste van de vorige eeuw. Tussen Kerstmis en Nieuwjaar werd de hoogste stand bereikt. Diverse woningen en boerderijen kregen overlast van het water. De schade was aanzienlijk. Zowel landelijk als provinciaal zijn collectes gehouden, ook in de gemeente Bergen. In het beroep op de raadsleden stelde de burgemeester dat het hier ging om het uitgooien van een spiering om een kabeljauw te vangen. Vele inwoners van de gemeente Bergen met de langste Maasoever waren getroffen. In het najaar 1881 is de schadeloosstelling toegekend, waarbij het hoogste bedrag van Limburg aan Bergen is uitbetaald.”
Recente reacties