Beste mensen,

Hebben jullie al gezien hoe mooi “ons Bleijenbeek” erbij ligt? Dit is allemaal te danken aan de werkgroep die bestaat uit zo’n 20 Offerse vrijwilligers. Mensen die zich belangeloos inzetten voor het meest belangrijke erfgoed van Afferden, hun kasteel! Eén keer in de 6 weken doen zij het onderhoud in en om het kasteel. Dit jaar konden we helaas pas eind mei beginnen, dus behoorlijk achterstallig onderhoud! Iedereen was blij dat ze eindelijk weer in actie konden komen en dat was duidelijk te zien in de opkomst: 12 mannen en 5 vrouwen. Alles natuurlijk met in achtneming van de coronaregels; nu is anderhalve meter op dit terrein niet echt een probleem.
Meestal nemen de vrouwen het binnenwerk voor hun rekening zoals stofzuigen, ramen lappen, schoffelen, harken en vegen. Want ook in het gebouw groeit het nodige niet gewenste “onkruid” wat verwijderd moet worden. Daarbij is het altijd – in tegenstelling tot buiten – opletten welke planten wel mogen blijven staan en welke niet.
Tijdens de pauze stonden er 2 heerlijke vlaaien van onze eigen ware bakker klaar: een blijckje van waardering van de dorpsraad.
Rond 12.00 uur was het werk gedaan en lieten we een blinkend blij Bleijenbeek achter.

Deze week nog even gaan kijken en het is weer genieten. Binnenkort laat de Stichting Kasteelruïne Bleijenbeek de brug restaureren. Het is de bedoeling dat de vroegere doorgang in de brug hersteld wordt zodat het water niet langer wordt tegengehouden door een dichte massa die momenteel fungeert als dijk hetgeen niet echt bevorderlijk is voor een gezond waterleven. Na de herstelwerkzaamheden kan het water, net als in vroeger tijden, weer vrijuit zwak stromen richting Eckeltse Beek met als bijkomend voordeel dat de aanwezige vis kan migreren. Aansluitend wordt ook de poort weer vervangen en er komt een toiletgroep in het kasteel zodat men bij eventuele evenementen gebruik kan maken van fatsoenlijk sanitair. Ik heb persoonlijk wel enige twijfel over de locatie van de toiletten die nu geplaatst worden in het historisch gedeelte. Ik denk dan vooral aan eventuele negatieve gevolgen voor vleermuizen en vogels, die beiden van deze ruimte gebruik maken.
Vervolgens heeft men ook vergunning gevraagd voor het restaureren van de oude kweekkas. Deze kas is gebouwd door de Jezuïtenorde die hier ooit onderdak heeft gekregen toen ze rond 1872 moesten vluchten uit Duitsland.
Helaas laat het theehuisje nog even op zich wachten. Menigeen heeft destijds 5 euro gegeven voor een baksteen met hun naam erop. De bedoeling was om met dit geld een aanzet te geven aan de herbouw van dit tot de verbeelding sprekend monumentje. Maar dat komt wel goed, nog even geduld.
De oude taxussen staan zoals altijd als wachters stram rond de ruïne en lijken te zeggen: “we houden je in de gaten” en misschien doen ze dat ook wel. Rondlopend voel ik de blikken vanuit het kasteel. Ze zijn er weer, de ouderen. Na een lange winterslaap komen ze weer in de schemerzone. Ben er intussen al aan gewend en slenter langzaam richting het huis. Boven aan de trap in de Ridderzaal zie ik ze zitten, zwijgend en afwachtend. Hele geslachten Schencken en Hoensbroeckjes. Ik voel de spanning en heb het idee dat ze ergens mee zitten maar zeg voorlopig niets. Wacht gewoon af.
“Wie is die sterveling die hier meent onze weg te moeten afsluiten” buldert het eensklaps. Had het kunnen weten. Maarten kijkt me nijdig aan en schreeuwt “nou, wie is dat?” Ik leg hem uit dat het pad hersteld wordt vanwege een instorting en dat na de werkzaamheden fietsers en voetgangers er gewoon gebruik van kunnen blijven maken.
“Dat pad heb ik, Maarten Schenck von Nideggen, ruim 400 jaar geleden laten aanleggen rond de buitengracht die ik als straf door onwillige inwoners van Boxmeer heb laten graven. Die zullen niet gauw vergeten dat ze mij ongehoorzaam zijn geweest en dat geldt voor een ieder. De koetsen moeten, net als toen, vanuit alle richtingen ongehinderd ons Blienbeck kunnen bereiken. Ik wil vanuit de toren de stofwolken van de ratelende wielen weer zien zodat we voorbereid onze gasten kunnen verwelkomen. Heb je me begrepen of moet ik het erin slaan met mijn zwaard?” Haastig verzeker ik hem dat ik het helemaal begrijp en zeg hem nogmaals dat het allemaal goed komt. “Goed, we wachten het af, iets anders hebben we trouwens ook niet te doen.” Er werd door de zwijgende rest instemmend geknikt. Ik merk wel dat Maarten nog steeds veel respect afdwingt bij de anderen. Blijkbaar is er in die 400 jaar nog niet veel veranderd. Het krijsen van de torenvalken brengt me terug in de werkelijkheid. Gedroomd of…?

Eenmaal buiten, in de warme zon, kijk ik om me heen en zie hoe alles er piekfijn bij ligt: de gasten kunnen weer komen!
Het dorp en Bleijenbeek kun en mag je niet los van elkaar zien. Ze zijn eeuwig met elkaar verbonden in goede en slechte tijden. Ik heb zo’n idee dat de “ouderen” nog steeds waken over het wel en wee in ons kleine dorp.
Ondanks de windstilte lijkt het of de bomen instemmend knikken en me uitzwaaien.

Kijk nog even achterom. Het is weer zomer op Bleijenbeek.


Henk Hendriks

image_pdf